Door eerder onderzoek weten we dat ALS een unieke genetische opmaak heeft, de architectuur. Het doel van dit ArchDtect onderzoek was om de precieze genetische opmaak van ALS in kaart te brengen. Daarmee kunnen we beter begrijpen wat voor soort genetische ziekte ALS is, om zo uiteindelijk effectieve medicijnen te ontwikkelen.
Het in kaart brengen van de genetische opmaak van een ziekte is enorm ingewikkeld. Voor dit onderzoek zijn we de grootste studie naar genetische variaties in ALS gestart, waarin we veelvoorkomende genetische variaties van meer dan 25.000 patiënten en 100.000 controlepersonen hebben verzameld. Deze enorme hoeveelheid data is in samenwerking met andere centra over de hele wereld verzameld en in dit project samengebracht.
Inmiddels (begin 2019) zijn de eerste analyses met de nieuwe data gedaan, gericht op het vinden van genen die een rol spelen bij het ontstaan van ALS. Wat betreft het in kaart brengen van de genetische opmaak verwachten we ieder moment te kunnen starten met nog meer gedetailleerde analyses. Door middel van deze analyses kunnen we een schatting geven van hoeveel genetische varianten er een rol spelen bij ALS en of dit veelvoorkomende of juist zeldzame genetische variatie betreffen.
Om nog grotere studies te kunnen doen en nieuwe genen die een rol spelen bij ALS te ontdekken, hebben we daarnaast de genetische data van ALS-patiënten gecombineerd met data van patiënten met andere neurologische ziekten zoals de ziekte van Alzheimer, Parkinson en fronto-temporale dementie (FTD). Hierdoorhebben we in totaal meer dan 100.000 patiënten en 500.000 controlepersonen kunnen analyseren.
Doordat deze ziekten genetisch op elkaar kunnen lijken, levert een gecombineerde analyse soms nieuwe inzichten op. Studies naar genetisch gecorreleerde ziekten zijn complex, dus de eerste stap was om systematisch te kijken hoe dit het best gedaan kan worden en welke valkuilen hier te verwachten zijn. Deze systematische analyse, niet alleen gebaseerd op theorie, maar ook op uitgebreide simulaties zal binnenkort gepubliceerd worden.
Uit het vergelijken van ALS met andere neurologische ziekten (zoals Parkinson, Alzheimer) blijkt dat deze verschillende ziekten genetisch niet heel erg op elkaar lijken. We vonden echter wel degelijk sommige specifieke genen en genetische varianten die zowel het risico op ALS als op andere neurologische ziekten bleken te verhogen.
Door miljoenen genetische varianten systematisch te analyseren vonden we 13 genetische varianten die het risico op meer dan één neurodegeneratieve ziekte lijken te verhogen. Deze genen lijken met name betrokken bij het vormen van verbindingen tussen zenuwcellen en het opruimen van eiwitten in zenuwcellen. Van beide processen is bekend dat deze een centrale rol spelen in meerdere neurodegeneratieve ziekten, zoals ALS.
De volgende stap is om deze genetische varianten opnieuw te bekijken in een onafhankelijke dataset om de resultaten te controleren en de specifieke processen nader te karakteriseren. Hiervoor kan de grote genoomwijde associatie studie (GWAS) in ALS enorm helpen.